top of page

Interview met een mantelzorger van een Alzheimer patiënt

 

1. Van wie bent u mantelzorger?

Ik ben de mantelzorger van mijn vader, dit ben ik samen met mijn broer.

 

2. Hoe lang bent u nu al mantelzorger?

Ik denk dat ik nu 2,5 jaar mantelzorger ben.

 

3. Ziet u het mantelzorgen als een verplichting?
Nee, dit is iets wat ik vrijwillig heb gekozen. Ik doe het graag, dus het is echt geen verplichting voor mij.

 

4. Wat zijn de werkzaamheden die u vooral verricht?
Ik doe de was voor mijn vader, koop nieuwe kleren voor hem, maak zijn kamer eens in de zoveel tijd grondig schoon en nog wat kleine dingen.

 

5. Is de ziekte van u vader erg moeilijk voor u?

In het begin had ik er wel veel moeite mee dat mijn vader Alzheimer heeft. Hij vergat steeds meer en dat kan best moeilijk zijn. Maar nu ben ik er toch een soort van aangewend. Zo is hij nu gewoon, dan is het nog niet leuk, maar ik heb er nu wel vrede mee.

 

6. Hoe reageerde u vader toen hij te horen kreeg dat hij Alzheimer had?

Hij werd erg boos en begon te schreeuwen. Ik denk dat hij gewoon bang werd, maar hij wilde er niks van weten.

 

7. Kon uw vader zijn ziekte accepteren?

Nee, daar had hij het heel zwaar mee. Ik denk dat hij er nooit echt vrede mee heeft gehad, maar op een gegeven moment gewoon niet anders kon dan er aan toe geven.

 

8. Heeft hij veel steun gehad van de familie?

Ja, iedereen is er altijd voor hem geweest en nu nog steeds. Mijn vader is wel erg achteruit gegaan, maar toch krijgt hij regelmatig bezoek van familieleden.

 

9. Wat is volgens u de beste manier om iemand met Alzheimer te steunen?

Ik denk niet echt dat er een goede manier is. Iedereen is anders en reageert anders. Ik denk dat je er gewoon voor de persoon moet zijn en moet luisteren. Ik denk dat het belangrijk is om de persoon zoveel mogelijk te laten doen en proberen, zo dat hij nog veel zelf kan doen.

 

10. Heeft u uw vader ook vaak foto’s laten zien van vroeger?

Nee, ik heb het wel gedaan maar niet te vaak. Als hij iemand niet herkende werd hij daar heel verdrietig van en voelde hij zich stom. Als ik foto’s liet zien zei ik bijvoorbeeld kijk papa dit ben jij samen met mama. Als ik dat deed wist hij het wel weer zei hij. 

bottom of page