top of page

Complicaties, problemen en gevolgen 

 

 Lichamelijk 

Vooral in de laatste fase van dementie ontstaan de lichamelijke problemen. De patiënt krijgen vaak niet meer de juiste prikkels door van de hersen en daardoor kan de persoon uiteindelijk niet meer lopen en uiteindelijk ook niet meer staan. 

Veder krijgt de patiënt last van incontinentie. Dit zou beginnen met niet meer weten waar het toilet is of wat de patiënt op de toilet moet doen. Ook kan het zijn doordat de persoon niet meer weet waar het toilet is dat de patiënt denkt dat bijvoorbeeld de plantenbak het toilet is. Dir kan voor de patiënt erg vernederend zijn. Uiteindelijk krijgt de patiënt niet meer goed de prikkels door en heeft de patiënt helemaal geen invloed meer over de uitscheiding. 

Doorligplekken liggen ook voor de hand. De patiënt zit vaak in de zelfde houding en de doorbloeding wordt slechter. Doorligplekken zijn plekken waar de huid te veel druk en trek krachten heeft gehad. Deze plekken ontstaan vaak op de stuit, hielen, oren en ellenbogen. Vaak wordt er s ’nachts wisselligging toegepast, maar zelfs met wisselligging ontstaan er nog snel doorligplekken. 

 

Omdat de gezondheidstoestand van de patiënt ook achteruitgaat is de patiënt ook sneller vatbaarder voor bijvoorbeeld een blaasontsteking of een longontsteking. Hieraan overlijd de patiënt meestal. 

 

Geestelijke 

De patiënt herkend vaak geen naaste meer, dit is vervelend voor de patiënt, maar ook voor de naasten. Ook kan het zijn dat de patiënt helemaal van karakter veranderd, dat kan positief en negatief zijn. Maar het gebeurd ook vaak de patiënt zich gevangen voelt in zijn of haar eigen lichaam. Dit is dan erg vervelend voor de patiënt en die kan dat dan uiten in agressie. 

 

Sociaal 

Omdat de naaste het vaak erg moeilijk vinden om naar de patiënt te gaan. Dit omdat de patiënt vaak helemaal is veranderd en zich ook agressief kan uiten naar personen hebben de patiënten in de laatste fase vaak een heel erg klein sociaal netwerk. Als de patiënt in een verpleeg- of verzorgingshuis woont heeft de patiënt de meeste contacten met het personeel, medebewoners en de vrijwilligers. Vaak in de laatste fase zit de patiënt ‘opgesloten’ in het eigenlichaam en kan er heel erg moeizaam contact gemaakt worden met de buitenwereld.

bottom of page